“Het is de meest verschrikkelijke plek die je kunt halen op zo’n toernooi, maar ik denk dat we onszelf aan de wereld hebben laten zien, trots op onszelf kunnen zijn, en dit is alleen nog maar het begin”,
hoor ik mezelf in de mixed zone zeggen tegen alle journalisten met
mobieltjes en voice-recorders voor m’n neus. Ik zucht diep en probeer
m’n emoties te verbergen. Na de verloren wedstrijd om het brons in Rio
wíl je gewoon niet door de
mixed zone lopen en interviews geven. Er zijn geen kansen meer om het
over te doen, of om nog iets goed te praten. Na de laatste woorden in
de mixed zone loop ik door naar de kleedkamer.
Een paar meiden zitten daar al en er hangt een vreselijke sfeer. Een
paar meiden huilen, andere meiden staren voor zich uit en sommige
kleden zich snel uit om onder de douche te springen.
Na een half uurtje komt Giovanni en de staf in de kleedkamer en
geeft
hij aan trots te zijn op het team, op de staf en bedankt iedereen voor
deze prestatie. Langzamerhand moeten er organisatorische dingen
geregeld worden, er is immers geen huldiging voor ons in het Holland
Heineken Huis, maar we zijn wel vrij om te gaan en staan wat we willen
doen. De sfeer klaart een beetje op en we beseffen ons dat we moeten
genieten van de laatste dag dat we nog in Rio zijn. Robin en ik
besluiten een taxi te nemen naar het Holland Heineken Huis om te kijken
hoe het er daar uitziet en proberen even het volleybal van ons af te
zetten.
Voor mij was het verlies van de halve finale tegen China veel
pijnlijker dan de verloren wedstrijd om het brons. We hadden gewoon
onwijs veel kansen tegen China en hebben zelf die kans niet gepakt. Dat
China later die avond Olympisch Kampioen wordt is dan natuurlijk
helemaal even slikken.
Bij terugkomst in Nederland moesten we natuurlijk afscheid nemen van
elkaar, want na een intensieve zomer samen gaat iedereen weer voor
zichzelf verder. Van Celeste Plak en Judith Pietersen hoefde ik geen
afscheid te nemen, want zij vergezellen mij bij mijn nieuwe club “Igor
Gorgonzola Novara”. We hebben twee weken de tijd gekregen om fysiek,
maar ook mentaal bij te komen van een bijzondere tijd met het Nationaal
Team.
Inmiddels verblijf ik alweer 3 weken in Italië en is alles weer
wennen!
Naast het feit dat ik nog niet eens weet hoe ik naar de hal moet rijden
zonder navigatie, is het team ook helemaal anders en moet er weer flink
op de afstemming getraind worden. In het Nationaal Team loopt alles na
een hele zomer vanzelf, heb je automatismen en weet je wat je
teamgenoot in het veld doet. Kom je in een nieuw team dat heb je geen
flauw idee welke kant iemand op beweegt en welke set-up diegene in een
bepaalde situatie wil hebben.
We beginnen dus gewoon weer op nul en ik heb al gemerkt dat mijn
nieuwe
trainer van hard werken en veel trainen houdt. Die automatismen komen
er dan vanzelf wel weer en gelukkig hebben we nog even de tijd totdat
de competitie begint op 16 oktober! Dan spelen we meteen tegen m’n
nationaal team-roomie Maret Balkestein met haar team Bolzano! Ik heb
alleen zo’n gevoel dat ik de avond voor die wedstrijd niet met haar
samen mag slapen op een kamer… ;-)